Zin en onzin over de terugkeer van de Nephilim en de Genesis 6 Conspiracy


Het lot van de Kaïnieten als zonen Gods

“Zeus, Herakles, the Olympians, and the Titans are real. They hate us, they want to kill us, and they’re coming back.” Derek P. Gilbert. “De goden van de Griekse mythologie zijn echt. Ze zijn boos en komen terug”. Als we de mensen van SkyWatchTV.com moeten geloven, zoals Thom Horn, Derek Gilbert en vooral Michael Heiser[1], dan  moeten wij de terugkeer verwachten van de Nephilim: het woord uit een van de moeilijkste bijbelpassages, dat door de Septuaginta vertaald is met gigantes en in Nederlandse vertalingen met reuzen.

In zijn boek Last Clash of the Titans beweert Derek P. Gilbert (host van SkyWatch TV) dat de Griekse verhalen over hun goden en halfgoden verbasterde versies zijn van de ware geschiedenis: Zeus is Satan. De Titanen zijn de “zonen van god [die] in de dochters van de mens kwamen.” De helden van ‘de Gouden Eeuw’ waren ‘de machtige mannen van oudsher, de mannen van naam – de Nephilim (later Rephaim genoemd)’. Welnu, zo beweert hij, de geest van de oorspronkelijke chaos, Leviathan, keert terug uit de afgrond als de Antichrist en de Titanen en hun zaad, de geesten van de Rephaim, keren in de laatste dagen terug om te vechten bij Armageddon.

Opvallend en merkwaardig is dat voor de interpretatie van die tekst uit Genesis, uitgegaan wordt van de geldigheid van die uitleg in het boek Henoch. Een pseudepigrafische verzameling van 5 geschriften uit de 3e eeuw voor Christus, dat pas in de 19e eeuw in Ethiopië teruggevonden werd door de Schotse vrijmetselaar en ontdekkingsreiziger James Bruce.
Een uitleg die binnen het rabbijnse jodendom nadrukkelijk wordt afgewezen.

Het springende punt bij die uitleg is het (volks)geloof –van vele in omloop zijnde (Griekse) mythen – dat deze reuzen ontstaan zijn als gevolg van de seksuele gemeenschap van ‘de zonen gods’ en de dochters van de mensen, waarbij die ‘zonen gods’ dan de (gevallen) engelen zijn. Deze uitleg wordt vervolgens probleemloos aangenomen, alsof het de normaalste zaak van de wereld is, dat engelen geslachtsgemeenschap kunnen hebben.

Deze zegslieden hebben dan niet door, hoe dit eerder iets zegt over hun eigen projectie van seksuele omgang op die van de goden. Zij hebben vrees ik ook niet door wat de consequentie is van deze gedachtegang: dat impliceert nl. dat het in principe mogelijk is dat mensen onder ons (met name lange mensen) het product kunnen zijn van die gemeenschap. Iemand die dat inderdaad verkondigt heeft en daarin ook nog gehoor vindt is ene David Icke, die zelfs zover gaat om in allerlei bekende persoonlijkheden (gelaats)trekken van slangengebroed te zien in de vorm van lizards (reptielen).

Een verwante gedachtegang die via een andere invalshoek binnenkomt is die van getraumatiseerde slachtoffers van niet alleen seksueel geweld, maar zelfs van satanische rituelen en de getuigenissen die naar buiten komen bij speciale vormen van bevrijdingspastoraat. Daarbij moet je dan denken aan rituelen die te schandelijk zijn voor woorden, en logischerwijs leiden tot verdringing en gespleten persoonlijkheden.
Zelf herinner ik mij een oud-collega die in haar boek Door het Raam vertelt van haar seksuele ervaringen (astrale erotiek) met engelachtige wezens (in de vorm van uittredingen).

In 2020 verscheen Evert Jan Ouweneel met zijn Kroniek over de Godenstrijd, waarin je bijbelverhalen over schepping en zondvloed kunt herkennen, maar ook die van de Babylonische verhalen als Enoema Elisj of het Gilgamesj-epos. Ouweneel pakt er meer bij: oud-rabbijnse geschriften met hervertellingen en interpretaties van Genesis, geschiedschrijving van de klassieke oudheid, apocriefe bijbelboeken, Het Boek der Reuzen, soera’s uit de Koran; alle teksten waarin je maar snippers van mogelijk oeroude vertellingen over het begin van de wereld terugvindt en die de mythische ‘leemtes’ van Genesis aanvullen, waarin hij helaas de interpretatie van het boek Henoch integraal overneemt: “De dochters van Kaïn worden zwanger van de engelen en baren de Nephilim, de reuzen, die in lengte en kracht net als de engelen [de Wachters] ver boven de mensen uitsteken. Maar wat hun geestelijke vermogens betreft blijven ze net als de mensen gebonden aan de aarde”; waarin dus seksuele omgang tussen goden en het mensengeslacht in de oudheid als de normaalste zaak van de wereld werd ervaren en ook zijn invloed of grip had op vele (pseudo-epigrafische) geschriften uit de Tweede Tempelperiode. Voor een uitvoerige samenvatting, zie die van Evelien de Nooijer Alting op haar website Over boeken enzo.

Ik vind dat persoonlijk een heel kwalijke, bedenkelijke én vooral ook schadelijke en heilloze gedachtegang. Ik heb hier altijd heel veel moeite mee gehad. Dit kan eenvoudig niet kloppen. Ik kan dat niet rijmen met de authentieke getuigenissen van de Hebreeuwse Bijbel, die zich juist tegen dit heidense denken keren. Ik ben gelukkig niet de enige die dat denkt. Ook Harry A. Gaylord bijvoorveeld concludeert “Engelen hebben nooit met mensen gepaard en hebben nooit nakomelingen door mensen voortgebracht. Dit is iets wat God nooit heeft toegestaan en ook nooit zal toestaan” op de vraag: Did angels mate with women in Genesis? – Sun & Shield (wordpress.com). Ik heb er al eens eerder een lezing over gehouden, waarin ik mijn bedenkingen geuit heb, gesterkt door een DVD-serie Sons of God van Hebrew Roots teacher Brad Scott, dat speciaal over dit onderwerp gaat (inclusief Dynastieën, blauwbloeden van de NWO). Tijdens een conferentie van 119 ministries in Zelhelm heb ik hem persoonlijk mogen ontmoeten en zelfs vertalen vanaf het podium in De Betteld.

Die lezing – hier terug te zien – kwam m.i. helaas niet helemaal uit de verf.

De klassieke opvatting van het rabbijns jodendom, wordt scherp verwoord door Maartje van Tijn in haar boek ‘De Verwarring van Goed en Kwaad – Midrasjim over Kaïn en Abel, Noach en de torenbouwers van Babel’, waar de bene ha-Elohiem nakomelingen zijn van de geslachtslijn van Seth. Haar zorgvuldige lezing van Genesis 6 in het Hebreeuws, sluit de uitleg van het boek Henoch uit. De beste vertaling van vers 4 waar ik zelf op uitkwam is deze: In die dagen, en ook daarna, waren er nephilim  (in het Grieks vertaald als titanen, reuzen) op de aarde [punt!].
Toen kwamen ‘godenzonen’ bij de dochters van Adam en die baarden gibboriem voor hen: dit zijn de geweldenaars van oude tijden af, enosj [mannen] van naam
.

Oftewel: niet de nephilim, maar de gibboriem (zoals Nimrod of Hercules) waren de nazaten van dit ‘komen’ van de bene ha-elohiem. Het Hebreeuws maakt hier dus een cruciaal onderscheid tussen nephilim  (die er waren als een gegeven, zonder vermelding wie zij precies zijn of waar zij vandaan kwamen) en gibboriem (mannen van naam, helden uit de mythologieën). Een onderscheid dat in de Septuaginta al was weggevallen. Blijft de vraag wie die bene ha-elohiem zijn én of andere, latere Bijbelteksten (in andere contexten) daar uitsluitsel over geven. En dan heb ik het nog niet over de setting van het boek Genesis 6 zelf: wanneer die in omloop kwam, zijn laatste redactie kreeg, oftewel de onderliggende religieuze wereld waarop het wilde reageren met zijn eigen boodschap en polemiek! Waarbij de eerste 2000 jaar van de mensengeschiedenis in slechts 11 hoofdstukken heel sterk verdicht werd en meer dienen als een proloog tot het hoofdgedeelte: de toledot van de God van Abraham, Izaäk en Jacob. Dankzij opgravingen van duizenden tabletten in de vorige eeuw zijn we veel meer te weten gekomen en tegelijk hoe weinig we eigenlijk weten van die tijd, zoals o.a. scherp in beeld gebracht in aantal boeken van egyptoloog David Rohl: A Test of Time – The Bible – From Myth to History (1995); Legend – The Genesis of Civilisation (1998); The Lost TestamentFrom Eden to Exile (2002); Exodus: myth or history? (2015)

Na die lezing voor Stichting Sense zag ik in een evangelische boekwinkel in Utrecht een vuistdikke pil tegen met de titel Genesis 6 Conspiracy met een handtekening van de auteur Gary White zelf. Een boek dat ten diepste gaat over: Hoe geheime genootschappen en de afstammelingen van reuzen van plan zijn de mensheid tot slaaf te maken, de rol van de moderne Nephilim beschrijft en Satans plan om de antichrist aan het einde der dagen te installeren. Toen God de engel Lucifer en zijn volgelingen uit de hemel wierp, zette Lucifer een plan in gang om ervoor te zorgen dat de Nephilim het overleefden. Om zijn plan levend te houden, zou Satan de loyaliteit ingeroepen hebben van geheime genootschappen zoals de Vrijmetselaars, de Tempeliers en de Rozenkruisers om samen te zweren bij het onderwijzen van een theologie en een geschiedenis van de wereld die in strijd is met de bijbelse. Deze Genesis 6-samenzwering marcheert naar de Grote Verdrukking, wanneer de loyaliteit van de laatste generatie op de proef zal worden gesteld. Kortom: typisch weer zo’n Amerikaans boek over de eindtijd (gebaseerd op het dispensationalisme met zijn beruchte en fatale opname-leer).

Voor een uittreksel van zijn boek, zie https://genesis6conspiracy.com/more-about-the-genesis-6-conspiracy/, dat ik niemand kan aanraden die jonger is dan minstens 40 jaar. Ik was vooral verbaasd over de bronnen die hij citeert. Vooral hoeveel hij in zijn uitleg leunt op de esoterische boeken van Sir Laurence Gardner (een uiterst merkwaardige figuur, die 20 jaar lang Meester Metselaar was van de Verenigde Grootloge van Engeland, die o.a. het ambt bekleedde van Jacobitische geschiedschrijver van het Koninklijk Huis van de Stuarts. Prior was van de Heilige Kindred van St. Columbia van de Keltische kerk; Prior van de Tempeliers van St. Anthony en Attaché van de Europese Raad van Prinsen en bij het Grande Protectoraat van de Imperial Dragon Court, uit 1408 AD.
De ondertitel van zijn boek Oorsprong van de Graalkoningen is: Een controversieel en uniek boek over de ontbrekende schakel tussen de Nephilim en de eerste mens. Hoewel hij terecht afrekent met de onjuiste vertaling in reuzen, en correct verband legt met de Anunnaki ‘zij die neerdaalden’ heeft hij zich laten meeslepen door de interpretatie van de Semitisch linguïst Zacharia Sitchin, waardoor deze Nephelim nu van een andere planeet [Nibiru, de beruchte plaant X] afkomstig waren en de gebeurtenissen in de Hof van Eden niets anders dan een conflict binnen de Nephilim, waarbij Adams eerste vrouw Lilith, de slang en oermoeder van het Sangréal, een probleem vormde dat door de redacteuren van de Bijbel goeddeels zou zijn weggemoffeld.

Eind 2020 viel mijn oog vervolgens op een boek uit mijn eigen boekenkast, waarvan de titel niet het vermoeden gaf, dat ik daarin de verlossende sleutel vond tot het enigma van Genesis 6: “When God’s purpose becomes personal’ – Understanding your life in God’s World Orders (2003) van Matthew Omaye Ajiake, auteur, songwriter-producer, motivational spreker en ondernemer. Hij is pastor van Global Village Christian Center en President van Global Christian Ambassadors in Californië https://www.amazon.com/When-Gods-Purpose-Becomes-Personal/dp/0971921105

Nephilim: The First Human Clones

Daarin schrijft hij over de 7 World Orders van God zelf, waarbij die van The Sons of God and the Restoration Plan de tweede was. Later ontdekte ik, dat hij in datzelfde jaar een speciaal boek over dat thema had geschreven: Nephilim: The First Human Clones: why their existence led to Noah’s Flood, dat nog uitvoeriger uitlegt wat hij verstaat onder de “sons of God and the daughters of men”, wie de Nephilim waren en wat voor soort kwaad zij bedreven tot God genoeg had van hun arrogantie en geweldenarij. Hij zegt: Als je koning Salomo, een van de grootste wijsheidsleraren, een vraag over klonen had gesteld, zou hij terecht hebben gereageerd: “Het was hier al lang geleden; het was hier voor onze tijd.” Zijn stelling is dat er niets nieuws onder de zon is en dat klonen al zo oud is als Methusalem en dat de terugkeer van deze gentechnologie in de 21e eeuw een cruciale mijlpaal is in de ‘eindtijd’.

IS MENSELIJKE KLONEN EEN NIEUWE BIOMEDISCHE DOORBRAAK?

Ajiake zegt dat het klonen van mensen in het laboratorium onvermijdelijk desastreuze gevolgen zal hebben. In 1996 werd Dolly het schaap het eerste overlevende zoogdier waarvan bekend was, dat het werd verwekt door laboratoriumklonen. Andere dieren sinds Dolly, waaronder paarden en vee, zijn met deze methode gemaakt. De biotechnologie die wordt gebruikt om een ​​menselijke kloon te maken, is in wezen dezelfde als die wordt gebruikt om dieren te klonen.

In tegenstelling echter tot de gedachte dat nephilim het resultaat zijn van seksuele gemeenschap, wil Ajiake het bestaan ​​aantonen van menselijke klonen in oudtestamentische tijden in de vorm van de Nephilim, niet als afstammeling van Seth, maar juist van Kaïn, een van de zonen van Adam (de eerste Zoon van God). De nephilim werden “reuzen” en “de gevallenen” genoemd – onnatuurlijke en groteske wezens.

Eva was er op dat moment zeker van, dat haar eerste nakomeling het Goddelijke Kind of Zaad zou blijken te zijn, dat Satans hoofd zou vermorzelen. Eva wist dat ze voorbestemd was om hevige pijn te ervaren tijdens de bevalling, want dat was het oordeel van de vrouw voor de zondeval. Toen ze haar eerste zoon kreeg, noemde ze hem Kaïn, dat betekent: “Ik heb een man van de Heer gekregen”. Met andere woorden: “Ik heb een zoon van God gekregen.”

Toen het effect van degeneratie duidelijker werd in hun Adamische natuur, vond de geboorte van de tweede plaats door een meer natuurlijk proces, wat waarschijnlijk de reden was, waarom ze hem Abel noemden, dat zwak betekende.

Kaïn en Abel waren de zonen van God (Bene Elohim), niet vanwege iets wat ze zouden doen, maar krachtens Adams door God doordrenkte Geest, die Adam bij de schepping had ontvangen en nog steeds heel levend in hem was, toen Kaïn en Abel werden bevrucht en geboren. Hun nakomelingen en alle andere mensen die door Adam en Eva vóór Seth werden geboren, erfden hun geboorterecht als zonen van God, omdat Adam, hun vader, ten tijde van hun conceptie een menselijk ‘geestelijk wezen’ was. Opvallend is dat we van hen geen geboortedatum weten en dat we alleen een datum van Adams’ dood weten. Dat komt omdat geestelijke wezens bovennatuurlijke wezens zijn en geen natuurlijke levensduur hebben.

Omdat Kaïn zijn broer Abel had vermoord, waren Kaïn en zijn nakomelingen door God vervloekt en voorbestemd om na zeven generaties fysiek uit te sterven. God oordeelde: “u dan, u bent vervloekt, weg van de aardbodem, die zijn mond heeft opengedaan om het bloed van uw broer uit uw hand op te nemen. Als u de aardbodem bewerkt, zal die u zijn volle opbrengst niet meer geven; u zult dolend en dwalend over de aarde gaan. Genesis 4:11-12

Maar God openbaarde ook het mysterie van Zijn oordeel, toen Hij zei: Daarom zal al wie Kaïn doodt zevenvoudig gewroken worden! En JHVH merkte Kaïn met een teken, zodat niemand die hem tegenkwam, hem zou doden (4:15). De voortijdige lichamelijke dood die Kaïn Abel toebracht, werd de wortel van zijn eigen oordeel. De straf die Kaïns moordenaar zou krijgen, kwam overeen met de straf die Kaïn ontving voor de moord op Abel.

Het was omdat Adam – tegen de tijd van Seth’s conceptie – volledig sterfelijk was geworden, dat zijn jaren van bestaan werden omgezet in een sterfelijke tijdlijn, en zijn leeftijd werd vastgelegd op 130 jaar, toen hij een zoon had in zijn eigen gelijkenis, naar zijn eigen beeld!

Met de geboorte van Seth begon een nieuw natuurlijk menselijk ras, dat niet langer een bovennatuurlijke of ‘uit de geest geboren’ menselijke soort was, zoals de nakomelingen van Kaïn en van de andere kinderen van Adam en Eva waren geweest. In plaats daarvan begonnen mensen, voor het eerst in de geschiedenis, de naam van de Heer aan te roepen in plaats van eenvoudigweg in Zijn tegenwoordigheid te transfigureren. Als gevolg hiervan zwierven er twee menselijke soorten over de aarde – de zonen van God (Kaïnieten) en de zonen van mensen.

De status van de Kaïnieten als zonen van God leverde hen niet automatisch het eeuwige leven op, aangezien ze (uit hoofde van hetzelfde geboorterecht) deelden in Adams zonde, die resulteerde in sterfelijkheid.

De reden dat God een teken op Kaïn aanbracht, was dat niemand die hem vond, hem zou doden. Als Seth bijvoorbeeld Kaïn had vermoord, zou de hele afstamming van de mensenzonen ook zijn uitgestorven door de 7e generatie.

Sethieten

Dat is de reden waarom Kaïnieten als soort werden gescheiden van Sethieten en naar een plaats genaamd Nod werden gestuurd om het proces van het uitsterven van hun menselijke natuur te beginnen.

Toen Gods oordeel van kracht werd over de lijn van Kaïn, begonnen deze wezens uit te sterven, terwijl hun vader Adam nog leefde, tot de zesde generatie, in de tijd van Lamech, toen Adam zelf stierf.
Ajiake schrijft vervolgens dat deze Lamech aan deze vernietiging probeerde te ontsnappen, door klonen van zichzelf te maken door middel van een proces waarbij twee vrouwen, Adah en Zillah, betrokken waren uit de afstamming van Seth, een andere zoon van Adam: een zoon des mensen. Dus niet een zoon van God! Zij werden de moeders van de Nephilim soort. Opvallend is dat nadat Eva haar naam kreeg van Adam (na hun verbanning uit de Hof van Eden) deze twee vrouwen geen andere namen van ‘dochters van God of mensen’ genoemd worden. De informatie over de vrouwen van Lamech geeft ons een belangrijke aanwijzing over de oorsprong van de Nephilim-mythe. Zijn nakomelingen waren, voor zover we weten, de eerste Nephilim, en door de omvang van hun prestaties bepaalden zij de Nephilim-subcultuur en wereldorde. Hun soort was de derde menselijke soort die de aarde bewoonde, maar zonder een door God bepaald doel om te bestaan. Ze hadden geen geboortedatum of overlijdensdatum, noch hun klonen, omdat ze een verlengstuk waren van het leven van hun vaders.

Als half sterfelijke, half onsterfelijke overblijfselen van de oude zonen van God, werden ze de helden van weleer. Als stervelingen waren ze onderhevig aan de zwaartekracht. Dit leverde hen de titel “de gevallenen” op, omdat ze niet konden bewegen tussen de fysieke en spirituele werelden zoals hun vaders.

Via zijn Nephilim-nakomelingen hoopte Lamech het eeuwige leven te verwerven en het nageslacht van de zonen van God op aarde veilig te stellen, terwijl hij en zijn vaders als geesten in het hiernamaals ronddwalen in overeenstemming met Gods besluit. Vandaar dat de termen “Nephilim” en “zonen van God” synoniem werden.

Ajiake beweert dat de Nephilim de eerste nihilisten waren, die geen respect hadden voor traditionele waarden en overtuigingen, het bestaan ​​als zinloos en God als irrelevant beschouwden. Te beginnen met de drie zonen van Lamech (Jabal, Jubal en Tubal-Kaïn) creëerden de Nephilim hun eigen nihilistische wereldbeeld. De drie zonen van Lamech introduceerden drie belangrijke beroepen bij de mensheid, en deze zouden de kiem worden van het landbouw-, het informatie- en het industriële tijdperk. Jabal, als de vader van de nomadische herder, vond de dienstverlenende industrie van die tijd uit en controleerde de veemarkten. Jubal werd de vader van de entertainmentindustrie, toen hij verschillende manieren uitvond om muziek te maken en om harp en fluit te spelen. Tubal-Kaïn werd de vader van de manufacturing industrie, toen hij manieren uitvond om gereedschappen uit brons en ijzer te smeden. Volgens Flavius Josephus was hij ook een expert in vechtsporten en bodybuilding – de basis van holistische gezondheid en alternatieve gezondheidszorg.

Deze sleutelrevoluties gaven de Nephilim de controle over de sociaal-culturele, economische en politieke infrastructuur van Gods tweede wereldorde en verwierven zo een grote status bij de mensenzonen. Ze zouden zich ook als “reuzen” hebben gekwalificeerd, vanwege hun ongebruikelijke lengte en hun genetische combinaties. Op een vergelijkbare manier heeft het klonen van dieren in onze tijd geresulteerd in gigantische of grotere wezens.

Ajiake gelooft dat de passage “De Nephilim waren in die dagen op aarde” in Genesis 6 verwijst naar de tijd van de eerste menselijke klonen vanaf Lamech’s nakomelingen tot de tijd dat Noach werd geroepen om een ark te bouwen, om zich voor te bereiden op de naderende zondvloed. Gedurende deze periode nam het aantal menselijke klonen toe, en zo hielden ze de stroom van de zonen van God in leven. De tekst in Genesis 6 “… en daarna” verwijst naar de 120 jaar van Gods genadeperiode, waarin Noach de ark bouwde en de boodschap van rechtschapenheid predikte aan zijn generatie vóór de zondvloed.

Boven genoemde nihilistische houding, die ook door de meeste andere mensen in die tijd werd aangenomen, veroorzaakte Gods oproep aan de mensheid om zich te bekeren. God koos Noach uit om de boodschapper te zijn van Zijn oproep tot bekering en om een ​​ark te bouwen als bescherming tegen een grote vloed die zou komen als de mensheid haar wegen niet zou veranderen. Niemand gaf gehoor aan die waarschuwing en alle mensen behalve Noach en zijn familie (acht mensen) werden vernietigd door de vloed.

De centrale boodschap van Ajaike is, dat de wereld van vandaag parallel is aan die van Noach’s tijd en dat door het negeren van Gods principes, de mensheid zichzelf zal vernietigen. Hij citeert Jezus die zegt: “Zoals het was in de dagen van Noach, zo zal het zijn bij de komst van de Zoon des Mensen (de wederkomst van Christus).”

Ajiake gelooft dat een deel van het grote kwaad van onze tijd wordt gezien in pogingen om leven te creëren en te manipuleren door middel van het kloonproces. Het bewijs dat klonen een verdraaiing van de natuur en niet Gods doel is, blijkt uit het feit, dat de meerderheid van de gekloonde dieren het nooit overleeft, en dat degenen die dat wel doen, vaak te groot zijn en andere fysieke afwijkingen vertonen, zegt Ajiake. Hij citeert internationaal gerespecteerde autoriteiten op het gebied van klonen om zijn argument te ondersteunen.

“De grootste uitdaging bij het omgaan met het klonen van mensen zal komen wanneer we een assortiment van gekloonde mensen en andere wezens zien – van designerhuisdieren tot designerbaby’s tot obscene hybriden,” schrijft Ajiake. “Het proces van het klonen van mensen kan leiden tot meer verlies aan mensenlevens dan welke catastrofale gebeurtenis ook, die de moderne mensheid ooit heeft meegemaakt.”[2]

Over Kaïn en zijn nazaten

Kaïn en zijn afstammelingen werden verbannen van de ‘godly community’ en begonnen hun eigen ‘ungodly community’ bij een plaats genaamd Nod, waar ze naar verwachting zouden uitsterven!

God had in zijn soevereiniteit de twee geslachtlijnen van de mensheid al van elkaar gescheiden door Kaïn toe te staan ​​zijn eigen beschaving te beginnen en zijn afkomst langzaam te laten uitsterven! De Bijbel schetst duidelijk tussen de zonen van God en de mensenzonen als twee menselijke soorten die samen op aarde leefden. De enige stroom van de mensheid die echter exponentieel groeide, was de afstamming van Seth.
Het doel om te komen tot gemengde huwelijken was uitsluitend om de vloek op Kaïns afstamming te omzeilen en in dit proces brachten ze de Nephilim voort, die verantwoordelijk waren voor de vernietiging van de hele menselijke bevolking.

Aangezien Lamech de zesde generatie ‘Zoon van God’ was, maakte het hem, toen zijn gekloonde nakomelingen eenmaal op aarde waren, geen verschil of hij fysiek levend of dood was. Via zijn Nephilim-nakomelingen hoopte Lamech het eeuwige leven te verwerven en het nageslacht van de Zonen van God op aarde veilig te stellen, terwijl hij en zijn vaders als geesten in het hiernamaals ronddwaalden in overeenstemming met Gods besluit.

Alleen de kinderen van Lamech en hun nakomelingen hadden zich kunnen kwalificeren als Nephilim, de ‘helden van weleer’ en als ‘mannen van faam’. Ze zullen wel gekwalificeerd zijn als ‘reuzen’ vanwege hun ongebruikelijke lengte vanwege hun genetische combinaties.

In tegenstelling tot Kaïns Lamech, die de zesde vervloekte generatie in zijn geslacht was en begon met het klonen van mensen, was Henoch de zesde gezegende generatie van Seth die de eerste bekende prediker van gerechtigheid werd en de eerste mensenzoon die het eeuwige leven verwierf zonder de fysieke dood te ondergaan.

God had in zijn soevereiniteit de twee stromen van de mensheid al van elkaar gescheiden door Kaïn toe te staan ​​zijn eigen beschaving te beginnen en zijn afkomst langzaam te laten uitsterven. De bijbel schetst duidelijk tussen de zonen van God en de mensenzonen als twee menselijke soorten die samen op aarde leefden. Dat kunnen we niet meer met onze wereld vergelijken, waarin we alleen een menselijk ras hebben. De enige stroom van de mensheid die exponentieel groeide, was de afstamming van Seth.

Het doel van deze gemengde huwelijken was uitsluitend om de vloek op Kaïns afstamming te omzeilen en in dit proces via klonen bracht de Nephilim voort, die verantwoordelijk waren voor de vernietiging van de hele menselijke bevolking.

Wie meent dat zonen van god gevallen engelen zijn, moet ook de vraag van Ajake beantwoorden, wie dan de Kaïnieten waren, als de dochters van de mensen nakomelingen van Seth zijn. Ajake stelt dat de Sethieten niet de zonen van god konden zijn, eenvoudig omdat zij afstammelingen zijn van de eerst zoon des mensen: Seth. Hun huwelijk met de dochters van de mensen brachten zonen en dochters van mensen voort, geen Nephilim.

Onjuist is eveneens de gehoorde theorie dat de zonen gods (mannelijke) nakomelingen zijn van Seth en de dochters van de mensen, nakomelingen van Kaïn, tenzij je gelooft dat vrouwen van nature ‘evil’ zijn.

Ajake geeft een beschrijving van de Nephilim als een fysiologisch, sociaal en politiek fenomeen, dat we alleen in onze 21e kunnen begrijpen als gevolg van ons stamcelonderzoek, in een tijd waarin menselijk klonen weer een realiteit lijkt te worden en twee gewone soorten naast elkaar kunnen leven.

Proefschrift over de zonen van God in Genesis 6:1-4

Op donderdag 19 december 2013 promoveerde dr. Jaap Doedens aan de TU Kampen (vrijgemaakt) op “de zonen van God in Genesis 6:1-4” met de vraagstelling of de zonen van God [bene ha-Elohim] nu afstammelingen waren van Seth of engelen wezens. In de uitleg daarvan is de betekenis van de uitdrukking ‘zonen van God’ immers de as, waar het hele verhaal om draait: gaat het hier a) om hemelse wezens dan wel om b) mensen die op de een of andere manier als ‘zonen van God’ aangeduid kunnen worden? Deze twee hoofdlijnen in de exegese zijn uit te splitsen in vier benaderingen: 

  • 1. de zogenaamde ‘engelen-interpretatie’,
  • 2. de ‘machtigen-interpretatie’ (zonen van rechters of aanzienlijken)
  • 3. de ‘Sethieten-interpretatie’
  • 4. de ‘goddelijke wezens-interpretatie’ vgl. elohim

Uit zijn onderzoek concludeert Doedens, dat er exegetisch te weinig grond is voor benaderingen die de ‘zonen van God’ beschouwen als: menselijke wezens, machthebbers, dan wel Sethieten. Ook de ‘engelen-interpretatie’ lijkt een te specifieke oplossing voor hem te zijn. Het beste perspectief biedt volgens hem de uitleg die de uitdrukking ‘zonen van God’ beschouwt als verwijzend naar niet nader gespecificeerde hemelse wezens, een formulering waarmee eventueel ook ‘andere goden’ aangeduid kunnen worden.

Opvallend is dus, dat de optie om de lijn van Kaïn te zien als de ‘zonen van God’ zoals M.O. Ajiake die geeft, bij dit promotieonderzoek volledig uit beeld is gebleven.
Doedens proefschrift is volledig online via deze website: http://theoluniv.ub.rug.nl/32/7/2013Doedens%20Dissertation.pdf

Andere bezwaren weerlegd

Als je al uit zou gaan van hybride wezens, en zou accepteren dat de zonen Gods gevallen engelen waren, wat is dan er gebeurd met hun engelachtige-menselijke nakomelingen, aangezien alleen mensen kunnen worden hersteld? Aangezien gevallen engelen, die geen mens zijn, niet in aanmerking kwamen voor herstel of verlossing, zou Noachs’ boodschap van rechtvaardigheid geen verschil maken voor een half mens, half engelachtig wezen. Welke delen van de door God doordrenkte geesten en demonische geesten van deze schepselen komen in aanmerking voor herstel? Het feit is dat engelen en mensen verschillende soorten zijn. Engelen hebben geen geslacht; en daarom kunnen ze geen chromosomen hebben. Hoewel gevallen engelen geesten zijn en mensen kunnen bewonen, zijn het geen scheppende geesten; en daarom kunnen ze zichzelf niet voortplanten in hun soort door andere engelen te baren noch door zich met de mensheid te vermengen.

Wat gebeurde er met hun engelachtige-menselijke nakomelingen, aangezien alleen mensen kunnen worden hersteld? Aangezien gevallen engelen, die geen mens zijn, niet in aanmerking kwamen voor herstel of verlossing, zou Noachs’ boodschap van rechtvaardigheid geen verschil maken voor een half mens, half engelachtig wezen. Welke delen van de door God doordrenkte geesten en demonische geesten van deze schepselen komen in aanmerking voor herstel? Het feit is dat engelen en mensen verschillende soorten zijn. Engelen hebben geen geslacht; en daarom kunnen ze geen chromosomen hebben.

Henoch

De vertaling van nephilim in ‘reuzen’ is volstrekt onnauwkeurig. In werkelijkheid betekent het ‘zij die omlaag kwamen’, ‘zij die afdaalden’ of ‘zij die omlaag werden geworpen’.

Omdat zij naar verluidt hun eigen schande teweeg hadden gebracht door met aardse vrouwen te trouwen, zei men in het boek Henoch (3e eeuw voor Christus, dus onder invloed van het Hellenisme en hun mythen) en in andere pseudo-epigrafische geschriften zoals Jubileeën, dat zij in ‘ongenade gevallen’ waren. Het woord ‘gevallen’ zag men als passend bij het woord nephelim (zij die zijn neergedaald), en aangezien de zonen van God als engelen (aggelos) waren geïdentificeerd in de Septuagint, verscheen er een volledig nieuw ras van wezens in de schrift-literatuur, inclusief geschriften die in Qumran werden gevonden, zoals het Boek van de Reuzen, die duidelijk beïnvloed zijn door mythes uit Mesopotamië. Het boek Henoch (verzameling van minstens 5 geschriften) gaat zelfs zover, dat het verklaart dat er ongeveer 200 van deze gevallen engelen waren, die werden geleid door de ‘hoofden van hun tientallen’. En wordt deze groep wezens de ‘wachters’ genoemd, omdat ze volgens een verklaring nog steeds geacht worden over de loop van het licht en het leven te waken. Als ook het boek Daniël in hoofdstuk 4 over een wachter spreekt ‘die naar beneden komt’ lijkt dit de term nephil (enkelvoud van nephilim) te hebben verdrongen, waardoor de oorspronkelijke betekenis verder bij zijn historische grondslag vandaan groeide.

Vreemd genoeg hielden ook historici als Josephus en Philo evenals sommige kerkvaders als Justinus en Eusebius vast aan deze ‘gevallen engelen theorie’.

In zijn boek Joodse Oudheden zegt hij: “Veel engelen van God gingen om met vrouwen, en verwekten zoons die onrechtvaardig waren … door het vertrouwen dat ze hadden in hun eigen kracht; want de traditie wil dat deze mensen deden wat leek op de daden van degenen die de Grieken reuzen noemden. “ Josephus zegt dus niet dat de Nephilim reuzen waren. In feite noemt hij ze helemaal niet. Hij zegt slechts dat de ‘engelen van God’ herinnerden aan de Titanen.

Diezelfde Josephus Oude Geschiedenis (Boek I,70) schrijft over Seth en zijn zoons – allemaal van nature voortreffelijke mannen, die de kennis van hemellichamen en hun ordelijke rangschikking ontdekten –  dat ze twee zuilen oprichtten om de mensheid in staat te stellen kennis te nemen van hetgeen er ingegraveerd was over hun bevindingen. De ene zuil was van baksteen en de ander van natuursteen en “deze staat tot op de dag van vandaag in het land Seiris.” Volgens bovengenoemde Laurence Gardner zijn dit dezelfde twee ‘zuilen’ [pylers] waarover in het Matthew Cooke Manuscript wordt geschreven en een slechte vertaling is van respectievelijk marbyl, dat nooit zou verbranden en latres, dat niet zou vergaan in water.  Dat manuscript werd gebruikt als naslagwerk voor de Constititions van James Andersons, waarin verteld wordt hoe de kennis van Lamech’s nazaten de basis vormde voor de vrijmetselarij! Dat manuscript bestaat uit twee delen (The History and the Old Charges) en geeft een uitleg van de zeven artes liberales: Grammatica, retorica of redeneerkunde, geometrie, muziek, astronomie, dialectiek en arithmetiek.

Tubal-Kaïn speelt merkwaardig genoeg een belangrijke rol in de derde graad van de Koninklijke Kunst (The Craft) als instructeur van metaalbewerkers.

Gary Wayne zegt vervolgens dat deze goddelijke kennis van de Zeven Wetenschappen was doorgegeven aan zowel Kaïn als Seth. “Kaïns nageslacht vervuilde deze heilige wetenschappen echter met afgoderij en mystiek, door de kennis toe te passen op hun eigen goddeloze agenda’s. Het was deze corruptie van goddelijke kennis vermengd met pantheïsme die vervolgens werd vermengd met de nakomelingen van engelen, die de as vormen van The Genesis 6 Conspiracy.” Dit wordt ook wel ‘het schisma van de vrijmetselarij’ genoemd: die van de ‘pure’ en de ‘onechte’ [spurious].[1]
In deze theorie wordt het hele concept van vrijmetselarij terug geprojecteerd op de generatie van Seth en Henoch en zijn nazaten enerzijds en die van Kaïn en Henoch anderzijds. Eerst worden Seth en daarna Henoch herinnerd als de hoofdinspecteur van de Kunst (The Craft). God openbaarde het heilige Woord aan Henoch, evenals enkele andere mysteries. Henoch was dan degene die die twee pilaren oprichtte, waarop hij de bekende wetenschappen van zijn dagen graveerde, waaronder de vrijmetselarij. Na de zondvloed werd een van de pilaren van Henoch, de stenen, gevonden en op deze manier werd de kennis van wetenschappen en vrijmetselarij via Noachs zoon Sem aan het nageslacht overgedragen. Zijn andere zonen verloren de kennis en hun nakomelingen werden afgodendienaars. Zij hebben de principes van de vrijmetselarij gecorrumpeerd door een ander systeem van geheime riten te creëren, bekend als “de mysteriën” of “onechte vrijmetselarij”. Ze waren meer geïnteresseerd in de operatieve kunst door zich te verzetten tegen Sems ‘Pure Vrijmetselarij’.
[Dit is een gedeelte uit een paper die ik nog hoop te plaatsen over ‘De ware motieven van vrijmetselaars en tempelieren – een dialoog tussen een theoloog en een vrijmetselaar’.]


[1] Ook wel bekend van de Oliverian Theory, zo genoemd naar Reverend Dr. Oliver, de eerste die aantoonde dat de vrijmetselarij niet alleen een sociale club was, die was gebaseerd op principes van broederliefde, maar dat het vooral een filosofie en een wetenschap van symboliek was, waarmee de ethiek ervan aan de ingewijden werd onderwezen. Met andere woorden, de vrijmetselarij was een school van waarheidszoekers. Jammer was dan wel, dat zijn interpretatie van de symbolen, mythen en allegorieën van de vrijmetselarij in de eerste plaats die van een predikant van de Church of England waren, die van een theoloog dus en niet van een filosoof.

David Rohl en de “Descent from Heaven”

In zijn boek Legend: The Genesis of Civilisation (1998) stelt Rohl dat Eden en zijn tuin tussen de zoutmeren van Van en Urumiya en de Kaspische Zee lagen, met Nod in het oosten (in het land van Noqdi, in het moderne Ardabil, in Noord-West Iran), voorbij een kale bergpas), op basis van zijn ontcijfering van de oude taalnamen van vier rivieren die als coördinaten in Genesis, hoofdstuk twee werden gegeven.

Geografische voorstelling van Hof van Eden

In zijn boek The Lost Testament: From Eden to Exile  (2002) stelt hij dat de Kaïnieten binnen een generatie zuidwaarts trokken ‘from heaven (An in het Sumerisch) – het berg paradijs – waar de vier rivieren hun natuurlijke oorsprong hadden – richting aarde (Ki in het Sumerisch) in het jaar 5145 v. Chr. Daarin vinden wij een bijzondere verklaring voor de oorsprong van de Annunnaki: “diegenen van hemel en aarde”, m.a.w. zij die van de hemel (an) kwamen en zich op aarde (ki) vestigden oftewel van het hoge onherbergzame noordelijke gebergte naar de alluviale vlakte (in het zuiden). Zij waren sterfelijke mensen die goden werden (Atrahasis Epos). De Egyptenaren kende hen als de Shebtiu of Sebetti [uit Edfu], de mythologische stichters van de beschaving; de zeven wijzen en volgelingen van Horus, die ongeoorloofde hemelse kennis verschaften, die mythologische wezens waren die herinnerd worden als zowel de dragers als de bewaarders van kennis. Ze stonden ook bekend als wachters; goddelijke wezens die optraden als tussenpersoon tussen mensen en de hooggeplaatste goden. Hun illustere Slangenorde van priesters lijkt verwant te zijn aan de halfgoddelijke Orde van Enoch/Oannes, die de Anunnaki van de berg in het Noorden naar beneden leidde.

Na zo’n vier eeuwen arriveerden de Kaïnieten via het Zagros-gebergte bij de monding (breed vlak land) van Shinar, wat we nu kennen als de Perzische Golf. De mantel van het leiderschap kwam te liggen bij Henoch (de zoon van Kaïn!), wiens naam (Hebreeuws voor stichter) werd gegeven aan de Soemerische stad van Uruk (het Bijbelse Erech). Zelf noemde hij de eerste stad die hij in Mesopotamië bouwde Irad, genoemd naar zijn oudste zoon Jared en onder historici en archeologen bekend als Eridu en die de Soemeriërs de naam Nun.ki (de machtige plaats) gaven op een eiland bij de monding van de Eufraat.

De inmiddels beroemde Soemerische Koningslijst (SKL) refereert naar dit cruciale historische moment, toen de Anunnaki arriveerden in het zuidelijke moerasland (niet ver van Basra in Zuid-Irak dat nog steeds rietmoeras is) van Soemer: “Toen het koningschap uit de hemel werd neergelaten, was het (eerste) koningschap in Eridu [rond 5400 v. Chr.].” Zij noemden dit rietmoeras de Abzu of ‘afgrond’, omdat zij geloofden dat zich hier een van de ingangen naar de oceaan van de onderwereld bevond.

Wie waarde wil hechten aan de ‘betrouwbaarheid’ van het zogenaamde 5-delige boek ‘Henoch’, bedenke zich eerste over welke Henoch daarin gerefereerd wordt. Voor wie zich echt wil verdiepen in de achterliggende interne strijd en polarisatie in de toenmalige tweede tempel periode vanaf de opkomst van het hellenisme, raadpleeg vooral de papers, essays en book reviews, die jaar op jaar zijn gebundeld na de verschillende Enoch seminars, http://enochseminar.org/ o.l.v. Gabriele Boccaccini, die zelf ook een uiterst overzichtelijk en belangrijke boekje heeft geschreven met de titel Beyond the Essene Hypothesis: The Parting of the Ways between Qumran and Enochic Judaism (1998), waarin er sprake is van een speciale vorm van judaïsme (Enochian), waarvan het rabbijns judaïsme later nadrukkelijk afstand van heeft genomen. Kort gezegd neemt Boccaccini ons stap voor stap mee door de geschiedenis van het Enochiaanse jodendom, dat begon als een rivaal van het Zadokite-priesterschap, tot de Maccabeen-crisis, die het Zadokite-priesterschap afzette en de Enochiërs naar een tweederangsstatus degradeerde. Het boek legt uit hoe de Enochiërs de Zadokitische Hebreeuwse Bijbel accepteerden met de nadruk op het Mozaïsche verbond, maar ook de vroegste boeken van Henoch bewaarden, die niet verwijzen naar het Mozaïsche verbond. Vervolgens wordt uitgelegd hoe de Qumranieten zich afscheidden van de mainstream Enochiaanse/Essene-beweging, zoals beschreven in het Damascus-document. Nog anders gezegd: wie zich hierin verdiept kan niet anders concluderen hoe weinig we eigenlijk weten van die periode, ‘dankzij’ die ene witte bladzijde in onze Bijbels tussen het OT en NT. Daarom zeg ik, om met de titel van een ander belangrijk boek te spreken, ‘Mind the Gap’![1]

Voor een academische studie over de invloed van de ‘Enoch Angel Story’ in het vroege christendom, raadpleeg vooral het hoofdstuk dat James C. VanderKam daarover heeft geschreven in de bundel “The Jewish Apocalyptic Heritage in Early Christianity”, die concludeert dat de ‘Wachter-mythe’ wijd in allerlei vormen verspreid was in alle centra van ‘de kerk’, maar dat een prominent doel was om rekenschap te geven van de engelen en demonen die aanleiding gaven tot valse leringen, waaronder afgoderij en hen [voor een tijd] munitie gaven om de aanwezigheid van het kwaad, afgoderij en demonen in de wereld te verklaren en de zekerheid waarmee goddeloosheid bij het oordeel zou worden gestraft.
Zie tenslotte ook nog The confused, mixed-up books of Enoch – Sun & Shield (wordpress.com) van Harry A. Gaylord die zegt:  Het is geschreven door iemand die niet eens enkele eenvoudige historische feiten op een rij kon krijgen, en op verschillende plaatsen in tegenspraak was met de Bijbel. En vervolgens wel 8 voorbeelden geeft. Zijn conclusie: Geestelijk gesproken is het Boek van Henoch op geen enkele manier nuttig voor de heiligen van God. Daarom staat het niet in de Bijbel.

Het voordeel van de uitleg van Matthew Omaye Ajiake is, dat we op een betere manier – dankzij onze vernieuwde kennis van de oudste beschavingen en dankzij de archeologisch onderzoek en de vondst en ontcijfering van talloze kleitabletten – die gegevens kunnen plaatsen in de verdichting die het boek Genesis daarvan – bij wijze van polemiek – weergeeft.

Zo vertelt Genesis 10:10 ons dat het koninkrijk van Nimrod zijn oorsprong vond in “Babel, Erech [=Uruk > Irak!], Akkad en Calneh, in het land Sinear”, de eerste geavanceerde beschaving die op aarde verscheen, ergens tussen 3500 en 3100 voor Christus, een periode in de geschiedenis die de Uruk-uitbreiding wordt genoemd.

Zelfs Derek P. Gilbert erkent in zijn boek The Great Inception, dat hij baseert op het werk van Egyptoloog David Rohl! “dat de toren van Babel de tempel van Enki was in de oude stad Eridu. Die stad werd door de Sumeriërs herinnerd als de eerste die ooit werd gebouwd, en er zijn aanwijzingen, dat het zelfs de stad is die door Kaïn is gebouwd.” “Dat Babel niet in Babylon was, maar in Eridu, ongeveer 240 mijl ten zuidoosten van Babylon, de locatie van de oudste, grootste en misschien wel belangrijkste ziggurat in de Mesopotamische geschiedenis, de tempel van Enki/Ea, de Sumerische/Akkadische “Lord [En] of the Earth [Ki]”, de god van vers water, wijsheid, magie en exorcisme. Eridu was zo belangrijk voor de Mesopotamische cultuur dat meer dan drieduizend jaar na Alalgar, Hammurabi de Grote niet in Babylon in 1792 v.Chr. werd gekroond, maar in Eridu, hoewel het ongeveer driehonderd jaar eerder (vanaf 2000 v. Chr.) geen stad meer was. Ook de e-abzu (“Huis van de diep water [de afgrond]”) was zo belangrijk in de Mesopotamische religie dat koningen van Babylon, zelfs in de tijd van Nebukadnezar, zichzelf soms LUGAL.NUNki-koning van Eridu noemden.” Babylon werd pas gesticht tot ongeveer 2300 voor Christus, minstens 700 jaar na Nimrod, en het was niet Babylon zoals we erover denken, totdat het oude Babylonische rijk ontstond in het begin van het 2e millennium voor Christus.

Denkbeeldige afbeelding van ziggurat in Eridu

In de Sumerische geschiedenis heette de tweede koning van Uruk na de zondvloed Enmerkar, de zoon van Mesh-ki-ang-gasher. Enmerkar is ook een samengesteld woord. Het voorvoegsel en betekent “heer” en het achtervoegsel kar is Sumerisch voor “jager”. Dus Enmerkar was Enmer de jager. Vergelijk Genesis 10:8-9 En Cusj verwekte Nimrod; die begon een geweldenaar op de aarde te worden. 9 Hij was een geweldig jager voor het aangezicht van JeHoVaH; daarom wordt gezegd: Als Nimrod, een geweldig jager voor het aangezicht van JeHoVaH.

De Hebreeën, die deden wat ze graag met taal deden, transformeerden Enmer – de medeklinkers N-M-R – in Nimrod, waardoor het klinkt als marad, het Hebreeuwse woord voor ‘rebel’. Een episch gedicht uit ongeveer 2000 voor Christus, genaamd Enmerkar en de Heer van Aratta bewaart de basisdetails van het verhaal van de Toren van Babel, inclusief de taalverwarring onder de mensen van Sumerië. Derek Gilbert concludeert: “Babel was niet in Babylon, maar in Eridu. De toren was de tempel van de god Enki, de heer van de aarde, de god van de afgrond. Het doel was om een kunstmatige berg van samenkomst te creëren, de verblijfplaats van de goden, waartoe mensen toegang hadden. Dat was iets wat Jahweh niet kon toestaan.”
Het einde van Enmerkar en de Heer van Aratta ontbreekt grotendeels, maar Gilbert zegt in navolging van David Rohl: “het lijkt erop dat Enmerkar uiteindelijk over zijn rivaal heeft gezegevierd. Andere verhalen suggereren dat Enmerkar later het leger van Uruk naar Aratta marcheerde en het veroverde. Dit komt overeen met archeologisch bewijs van de Uruk-uitbreiding.”
In de Sumerische mythe Enki en Inanna lezen we, dat op het hoogtepunt van de architecturale prestatie van de bouwers, Eridu plotseling en volledig werd verlaten! En de goddelijke gaven van de beschaving, de ‘mes’ (klinkt als “mezz”) door de Inanna van Enki gestolen waren en van Eridu naar Uruk werden overgebracht. Er vond m.a.w. een overdracht van politiek gezag plaats.

Zonen van Seth!?

Dat daarentegen andere kerkvaders (zoals Julius Africanus, Chrysostomus en Augustinus) en ook de rabbijnen zoals Jochanan ben Jochai moeite hadden met deze uitleg, dat gevallen engelen seks hadden met vrouwen, leidde tot de visie dat ‘de zonen gods’ nakomelingen waren van Seth en ‘de dochters van mensen’ de nakomelingen van Kaïn.

Toch wijst Ajake ook deze visie over Seth terecht af. Zijn nakomelingen waren bekend als de ‘zonen van mensen’, omdat Seth de eerst ‘human’ was, geboren naar het volledig sterfelijke menselijke beeld en de gelijkenis van Adam! Het is ook onmogelijk om de opvatting te staven dat de afstammelingen van Seth allemaal godvrezende mensen waren.

Bovendien door te stellen dat de dochters van de mensen van Kaïn afstammen schildert dat vrouwen af als universeel slecht op grond van hun geslacht. Genesis 6 identificeert de oorsprong van de dochters der mensen als van “de mensen die in aantal begonnen toe te nemen op aarde.”

Hoe betrouwbaar was de rapportage van de tien spionnen?

Het ‘getuigenis’ van de tien spionnen over Anakieten die in Kanaän leefden, wordt vaak gebruikt als bewijs dat de Nephilim de zondvloed hadden overleefd of dat gevallen engelen hun praktijk om vrouwen zwanger te maken hadden hervat. Ajake stelt dat de tien spionnen de lange Anakieten vergeleken met Nephilim ‘as a deceptive scare tactic in order to convince the people to kill Moses and to return to Egypt. Their report, however, was not credible then, and it is not credible now. In fact, hours after giving their ominous report, all ten spies died of a mysterious plague, prompting the people to erroneously put their undivided energies into pursuing God’s purpose their own way.
Als Jozua later de Anakieten verdrijft, lezen we nergens, dat hij geconfronteerd werd met een enkele half-engel of half-mens.

Jezus en het Nieuwe Testament

Ook Jezus zelf “has never mentioned angelic-humans as a branch of humanity that He had come to redeem (or not to redeem). Jesus also taught that “angels are sexless”, and any attempt to make the fallen angels as an exception to this rule requires additional faith to believe.”

Auteur Hebreeën corrigeert Griekse vertaling

Hij corrigeerde mogelijk misvattingen die de ecclesia van dat moment kan hebben gehad, over engelen die uit de Griekse vertaling van het boek Job komen, in zijn verwijzingen naar de Zonen van God, waar de Hebreeuwse uitdrukking ‘zonen van Elohim’ wordt vertaald in het Grieks als “engelen van God” in Job 1: 6, 2: 1 en ‘engelen’ in 38: 7. Deze Griekse vertaling van “engelen” in plaats van “Zonen” is direct weerlegd door de auteur van de Hebreeënbrief. Deze weerlegging wordt versterkt door het feit dat de auteur van Hebreeën zelf gebruik maakt van het Griekse Oude Testament (Septuagint) in alle van de vele oudtestamentische citaten.

1 Petrus 3:18-20

18 Want ook Christus heeft eenmaal voor de zonden geleden, Hij, Die rechtvaardig was, voor onrechtvaardigen, opdat Hij ons tot God zou brengen. Hij is wel ter dood gebracht in het vlees, maar levend gemaakt door de Geest, 19 door Wie Hij ook, toen Hij heenging, aan de geesten in de gevangenis gepredikt heeft, 20 namelijk aan hen die voorheen ongehoorzaam waren, toen God in Zijn geduld nog eenmaal wachtte in de dagen van Noach, terwijl de ark gebouwd werd, waarin weinige – dat is acht – mensen behouden werden door het water heen.

Ajiake legt hierbij de nadruk op de Geest als het subject van ‘door wie’ en daarmee verwijst naar de kracht van God die Jezus uit de dood deed opstaan en dat Petrus in feite zei, dat de Geest die Jesjoea uit de dood deed opstaan, dezelfde Geest was die door Noach sprak,

Judas 6-7

6 En de engelen die hun oorspronkelijke staat niet hebben bewaard, maar hun eigen woonplaats verlaten hebben, heeft Hij voor het oordeel van de grote dag met eeuwige boeien in de duisternis in verzekerde bewaring gesteld. 7 Evenzo is het met Sodom en Gomorra, en de steden eromheen, die op dezelfde wijze als zij hoererij bedreven hebben en ander vlees achterna zijn gegaan. Zij liggen daar als een waarschuwend voorbeeld, doordat zij de straf van het eeuwige vuur ondergaan.

De vergelijking die hier gemaakt wordt, gaat over het [uitstel van] oordeel van de ‘gevallen’ engelen en het [onmiddellijke] oordeel over uit Sodom en Gomorra. De vergelijking van seksuele gemeenschap van gevallen en engelen en de homoseksuele leefstijl van die steden is een vergelijking van appels en peren. In het eerste geval leidde de  seksuele perversiteit in Noach’s dagen tot de geboorte van de Nephilim, en het tweede geval konden zijn eenvoudig hun soort niet reproduceren. Bovendien stond hun oordeel alvast toen ‘drie mannen’ bij Abraham op bezoek kwamen, doordat ze zelfgenoegzaam waren geworden in hun welvaart en de behoeftigen om hen heen verwaarloosden, zoals Ezechiël 16:49-50 dat bevestigd.

  • Judas 1:11 Wee hun, want zij zijn de weg van ​Kaïn​ ingeslagen en hebben zich om loon in de dwaling van ​Bileam​ gestort en zijn door het tegenspreken als van Korach omgekomen.

2 Petrus 2:4-9

4 Want als God de engelen die gezondigd hebben, niet gespaard heeft, maar hen in de ‘tartarus’ [1]geworpen en overgegeven heeft aan de ketenen van de duisternis om tot het oordeel bewaard te worden; 5 en als God de oude wereld niet gespaard heeft, maar het achttal van Noach, de prediker van de gerechtigheid, bewaard heeft, toen Hij de zondvloed over de wereld van de goddelozen bracht; 6 en als God de steden Sodom en Gomorra tot as verbrand en tot de vernietiging veroordeeld heeft en tot een voorbeeld gesteld heeft voor hen die goddeloos zouden leven; 7 en als God de rechtvaardige Lot, die leed onder de losbandige levenswandel van normloze mensen, verlost heeft, 8– want deze rechtvaardige, die in hun midden woonde, heeft dag in dag uit zijn rechtvaardige ziel gekweld bij het zien en horen van hun wetteloze daden – 9 dan [als dit zo is] weet de Heere ook nu de godvruchtigen uit de verzoeking te verlossen, maar de  onrechtvaardigen te bewaren tot de dag van het oordeel, om gestraft te worden.

Ook in deze drie vergelijkingen van Gods oordeel over onrechtvaardigen enerzijds en de bevrijding van de rechtvaardigen is ook hier geen enkele suggestie dat engelachtige wezens seksuele relaties met vrouwen hadden en engelachtig-menselijke nakomelingen voortbrachten.


[1] Waar in de Griekse mythologie de Titanen werden opgesloten nadat Zeus Kronos en de Titanen omverwierp in een epische oorlog genaamd de Titanomachy.


[1] [Auteur van Unseen Realm en Reversing Hermon:  Enoch, The Watchers & the Forgotten Mission of Jesus Christ, waarin hij In het kort beweert dat de Messiaanse missie van Jesjoea niet alleen de rectificatie van de zonde van Adam en Eva omvatte, maar ook het kwaad dat werd aangericht door degenen van de engelenschare die hun beoogde landgoed verlieten en hun opstandige kwaad op deze aarde zaaiden. Maar dan wel in het licht van de context van het 2e tempeltijdperk.

https://drive.google.com/file/d/0BykV0aKJd5YJNlJMVThXOUtaLU0/view?pref=2&pli=1

[2] https://www.prweb.com/releases/2005/07/prweb258612.htm

[1] How the Jewish Writings between the Old and New Testament Help Us Understand Jesus, van Matthias Henze. Voor een samenvatting: https://www.jstor.org/stable/j.ctt1pwt3w8

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.