Leef! Leef! Als je leeft, leef dan ook!
Vorig jaar ontdekte ik tot mijn verrassing tijdens de Reveilweek 2019 in Delden de biografie van Otto de Bruijne, dat hij typisch voor hem [1] noemt.

Indachtig Hebreeën 13:7 om onze voorgangers te gedenken, die het Woord van God tot ons gesproken hebben, te letten op de uitkomst van hun levenswandel en hun geloof na te volgen, wil ik dat hier doen.
Want al lezende kwamen vele herinneringen naar boven aan deze man (en zijn vrouw Renée) die ik leerde kennen als de jeugdleider van De Bazuin, via de ‘Bijbelclub’ van het Johannes Fontanus College in Barneveld. Ik vermoed een jaar na mijn verhuizing uit Alphen aan den Rijn in 1975. Ik herinner hem zelfs nog als docent maatschappijleer (en godsdienst) en hij er in 1977 mee stopte.
Elke vrijdagavond kwam ik met een grote groep jongeren hem aan huis (in een Molukse wijk). Wat mij trof was dat zij iets aanstekelijks hadden wat ik niet had, doch al snel ontdekte: de Heilige Geest. Ik herinner me nog goed hoe Otto vertelde van zijn relatie met God en ingevingen opgedaan tijdens zijn wandelingen op Kootwijker- of Wekeromse Zand en ook hoe hij aanschouwelijk les gaf door te laten zien wat er met water gebeurt als je een glas op zijn kop houdt. Als je verlangt naar de doop in de Heilige Geest, begint dat immers met het openstellen van je hart daarvoor. Het belang daarvan werd nog eens aangescherpt door de uitspraak van Jezus tegen de schriftgeleerde Nicodemus, dat wilde hij het Koninkrijk van God zien, hij opnieuw (weder) geboren diende te worden en wel ‘van boven’, door diezelfde Heilige Geest. De vraag of ik zelf al of niet wederom geboren was, werd zelfs nijpend, toen mij verteld werd tijdens een One Way Day in de Jaarbeurs destijds, dat als je wederom geboren bent, je dat wéét! Oeps, ik wist dat niet echt … tot …. Een andere jeugdleider voor mij bad en Zijn Geest met mijn geest getuige dat ik een ‘kind van de levende God’ ben. (vgl. Hosea ..). Ik herinner mij nog uit die tijd hoe wij vroeg op Paasmorgen er in de buurt op uitgingen om Paas- en Opwekkingsliederen te zingen.
Zoveel jaar na dato is het fascinerend te lezen hoe Otto zelf op die tijd als alternatieveling en Evangelisch straatevangelist op de Refo biblebelt terugkijkt.[2] Wat ik wel had meegekregen is dat hijzelf domineeskind was van een Gereformeerde predikant uit Noord-Holland en als docent maatschappijleer vanzelf ook de invloed van de roaring sixties (zie blz. 68) en zijn sociaal engagement liet blijken. Wat ik niet (goed) wist, was dat Otto voordat hij in Barneveld kwam wonen, hij en zijn vrouw werkt op Jeugddorp De Glind en daar pleegkinderen had.
Ik herinner me ook hoe wij als jongerengroep gekampeerd hebben in Taarlo (Drenthe) en met de fiets naar Opwekking gingen en een andere keer gingen klussen en schilderen bij een gebouw van de NEM in Voorthuizen.
Een keer – ik weet niet meer waarom – ben ik met hem meegereden naar het gebouw van Tear Fund, waar Otto toen ging werken en ik Jan van Barneveld voor het eerst ontmoette. Het is dan leuk om terug te lezen dat dit op het kantoor De Nieuwe Koppel in Doorn geweest moet zijn geweest én hoe hij Jan van Barneveld toen al als een profetische leraar had leren kennen. Ik herinner me uit die tijd hoe we zelfs op school al acties voor Tear Fund organiseerden.
Als Otto over hen beide schrijft als een soort ‘profetisch tandem’ van radicale evangelicals, moet ik denken aan een interview met hem in het kritische maandblad Reveil van wie hij samen met Evert van de Poll en Henk Vaessen oprichter was en aan het boek Social Reveil (1984) van dezelfde Van de Poll, dat een jaar later uitkwam dan de Armenspiegel van Otto zelf.
Ik was zeer verrast te lezen over Otto’s ontmoeting met Vishal Mangalwadi uit India en het bezoek aan zijn ‘ashram’. Ik had deze apologeet en opvolger van de cultureel filosoof Francis Schaeffer nl. zelf gehoord tijdens bijeenkomst van L’Abri in Eck en Wiel en toen van hemzelf gehoord toen hij rondleiding kreeg op een melkveehouderij in Cothen (waar Jan van Barneveld woont) hoe stom verbaasd hij was, dat personeel ‘geld’ in onbeheerd geldpotje deden bij het drinken van een glas melk. Hij verteld dit als illustratie dat economie ten diepste gedijt en gebaseerd is op ‘trust’!
Door zijn wonderlijke verhaal van zijn bezoek aan Mangalwadi in India zelf, ervaar ik ook achteraf nog een connectie en sterke affiniteit.
De visies van Otto en Evert over de relatie en het verband tussen evangelisatie en social engagement en maatschappelijke verantwoordelijkheid hebben ook achteraf gezien die van mijzelf gevormd. Ik meende zelfs nog een stap verder te moeten gaan, toen ik in aanraking kwam met beweging van christian reconstruction in met name Amerika én met de alma mater van Francis Schaeffer: het Westminster Theological Seminary, waar Schaeffer nog les heeft gehad van de apologeet Cornelis van Til, die ook Rousas Rushdoony heeft beïnvloed, maar anders dan Francis Schaeffer wel antwoorden gaf op zijn vraag: “How then shall we live.” (De titel van zijn boek en 10-delige TV-serie[3]), met zijn boek “Institutes of Biblical Law”. Zijn schoonzoon Gay North bracht illustreerde dat o.a. met zijn Biblical BluePrint Series en zijn eigen economisch commentaar op de Thora, uitgebracht door zijn zelf opgerichte Institute of Christian Economics. Gary North was ook degene die het boek “Productive christians in an age of guilt manipulation”[4] van David Chilton uitgaf, dat een meer conservatieve ‘bijbelse’ repliek wilde geven op “Rich Christians in an age of hunger[5]” van Ron Sider, die ondanks dat hij als radicaal evangelical te boek stond, niettemin sterk door het socialisme was beïnvloed.
![]() | ![]() |
Toen ik na mijn eigen buitenland avontuur in Centraal-Azië een keer bij Otto thuis in Ede op bezoek was, was ik uiterst verbaasd dat hij wist wie Gary North was en daar ook een mening over had, waarbij kort gezegd ‘de glans’ van conservatieve Amerikanen als Gary North er wel vanaf ging. En sprekend over diens eschatologie (postmillenialisme) was ik toch wel beetje verbaasd was, dat Otto zichzelf eerder als een a-millennial zag en in dat opzicht kennelijk nog trouw was aan Abraham Kuyper met zijn Pro Rege.
Iemand die deze ideologisch strijd scherp doorziet en tot een staakt het vuren op riep is naar m.i. Tom Sine met zijn boek Cease Fire: Searching for Sanity in America’s Culture Wars (1996). En dat is dan dezelfde Tom Sine, die ik voor het eerst zelf gehoord heb tijdens Mission ‘83 TEMA Mission Congres in Palais de Beaulieu in Lausanne en mij toen bijzonder geïnspireerd heeft met zijn Mustard Seed Conspiracy, waarin hij de gelijkenis van het Koninkrijk van God als een mosterdzaadje, handen en voeten wist te geven met veel praktijkvoorbeelden! Evenals zijn latere boek Mustard Seed versus McWorld.
![]() | ![]() |
Wat zo grappig was, is om te lezen dat ook Otto bijzonder geïnspireerd was tijdens datzelfde congres in Laussane: Als hij schrijft: “Toen wij van Zwitserland naar huis reden werd het per kilometer duidelijker dat die uitnodiging nogal wat voeten in de aarde zou hebben voor een gezin met vijf kinderen” [blz. 112], moest ik erg lachen. Ik zat immers bij hem in de auto! Ik ben toen nl. na afloop met hem teruggereisd naar Nederland. Ik had echter geen idee dat met zijn ontmoeting toen met dr. Tokunboh Adeyemo, zijn weg naar Afrika begonnen was. Noch kon ik toen bevroeden, zelf ook een gezin met vijf kinderen te krijgen en mijn oudste dochter een studie Internationale ontwikkelingsstudies in Wageningen zou gaan volgen om net als Otto te ontdekken hoe moeilijk dat werk is en veel neveneffecten heeft, zoals De Bruijne pijnlijk beschrijft in zijn hoofdstuk over Arm en Rijk, over partnership. Geld en geloof, donoritis. Zijn werk over ont-wikkeling werd vaak een ‘ingewikkelde inwilkkeling’. Vooral ook de behoefte om de organisatie in stand te houden: “De man had een visie, de visie werd een organisatie, de organisatie werd een machine, de machine werd een monster, het monster at de man, and so on.”
Die TEMA-conferentie begin 1983 was voor mij niettemin toen een keerpunt waarna ik terugkeerde naar mijn [8]‘evangelische roots’. Ik heb toen de Nikola-kommuniteit in Utrecht vervangen door de leefgemeenschap van Heidebeek bij JmeO in Epe en Heerde (1983-1984). Mijn focus werd alleen geen Afrika, maar Azië: China (1987-88); Filippijnen (1989-1990) en Oezbekistan (1991-1995).
Als Otto in zijn hoofdstuk over ‘Opwekking in Barneveld’ schrijft over geen opwekking zonder tegenstand, gaat dat ook o.a. over mij. Hij schrijft: “Een predikant trok de aandacht met zijn ‘relationele theologie’, en leerde dat de ander God of Jezus voor jou is. De man trok jongeren naar zich toe, die plotseling zwegen over Jezus maar het alleen nog over hem hadden.” Ik was een van die jongeren, een die nog wel met mijn ouders naar onze eigen kerk bleef gaan, zoals het advies ook was. Niet dat ik zweeg over Jezus of God in de ander zag, maar wel in de ban was geraakt van deze mysticus en later ook via boek van Eileen Caddy door de Findhorn (New Age) commune en tuinen in Schotland.[9]” Waar ik enerzijds wel werd aangesproken op mijn bekeringsijver, doch anders leerde om (authentiek) mens te zijn onder de mensen of zoals Martin Buber het uitdrukte: als ik tegenover gij; van de ene ‘ontmoeting’ naar de andere (zonder [voor]oordeel).
Een beetje verbouwereerd was ik wel, toen ik een monografie in de vorm van een brochure van Otto tegenkwam en las met de titel ‘Mens worden’, immers daar had deze predikant het ook over. Sterker nog, denk ik nu achteraf, dat ik in die periode geworsteld heb met geestelijke zaken, die ik ook bij Otto lees als hij in vier hoofdstukken in Bodem II schrijft over zijn Woestijn- periode, zijn Horeb-periode en tijdens zijn Tv-programma voor de EO “Otto zoekt” ook met allerlei merkwaardige spirituele mensen in aanraking komt die op zoek zijn naar Nieuwetijd spiritualiteit. Het meest bizarre vond ik te lezen over zijn interview met de esotericus Benjamin Creme [blz. 183], die ik zelf hoorde spreken tijdens het Festival van de Mind, Body en Spirit in Londen in juni 1980[10]. Door zijn boodschap wist ik zeker dat ik te maken had met de geest van de antichrist, die immers loochent dat Jezus dé Christus is. Volgens Creme echter is Jezus – helemaal in de lijn van de theosofie – nu onderdeel van een Hiërarchie van Meesters en ziet hij zichzelf als de boodschapper van de Christus, die zich binnenkort zou openbaren als de Maitreya. Wat Otto’s tijd als televisiepresentator bij de EO aangaat, zou ik jaloers kunnen worden op de vele reizen die hij gemaakt heeft en ontmoetingen en interviews die hij heeft kunnen doen. En voor het programma Omega hij ook hulp had van twee andere van mijn geestelijke leiders: eindredacteur Paul N. van der Laan (EGH in Houten) en Floor Vogelaar (Licht en Duuster, Epe). Markant is echter te lezen wat dat met hemzelf gedaan heeft: het was extreem en vervreemdend en wel zodanig dat hij ‘eigendom werd van de kijker, die een bepaald beeld van je maakt’. Maar ook hoe vluchtig Televisie is, als hij een verbijsterende reactie van kijkers beschrijft: “wat is er op het andere net.’ Hij heeft er zelf de stekker uit getrokken en een kloosterweekend nodig gehad om de wereld van de media achter zich te laten.
Drie jaar later had hij dan in 2006 zijn knock-out (na een burn-out rond 1989[11]), zoals hij dat zelf omschrijft, toen hij langs de rand van de dood gaande, in slaap werd gehouden vanwege complicaties na een routineoperatie. Ik weet nog goed hoe aangrijpend ik dat vond, aangezien ook mijn eigen vader (ik was 12) voor zijn leven heeft moeten strijden na een hersenvliesontsteking. Des te meer was ik verbaasd, toen ik hem bij Opwekking meen ik, zijn getuigenis hoorde geven en later nog eens over hoe hij na 51 dagen uit zijn coma wakker werd met het woord: Surprise! Dat woord werd zijn basiswoord: het leven leven als een voortdurende verrassing! Hij vertelde ook van een aangrijpend visioen aan zijn bed de nacht daarvoor: terwijl vier engelen als schildwachten rond zijn bed stonden, spraken duidelijke stemmen “ik ga niet weg, want het gaat om de eer van Jezus” en “jouw geest is veilig bij God”.[12] Het tweede woord waarvoor hij koos was assertieve dankbaarheid.[13]Een begrip waarin ik zelf ook een indirect godsbewijs zie, door het besef dat we het zonder een ander en de Ander eenvoudig niet kunnen leven vanwege onze voortdurende hulpbehoevendheid.
Ergens na deze periode moet ik ook een keer een van zijn Theatermonologen hebben bijgewoond, maar dat staat me helaas niet meer goed bij. Maar het is kostelijk in zijn hoofdstuk God op de planken te lezen hoe hij in theater kon communiceren wat hij in een preek niet kon en in Bomen met God zijn wandelingen in de natuur uitspeelde.

Het moet in 2009 geweest zijn, dat ik een van zijn eigen Ottografieën heb gelezen Echt en Waar, een bundel met vijf artikelen over authenticiteit, bewustzijn en evangelie.: over Zielsmystiek’- Bewust- zijn en Nieuwe Spiritualiteit, over troost, zelfontplooiing en de aanstoot van het kruis.
Ik was toen nog bestuurslid van de werkgroep Bijbel of New Age, en heb toen Otto benaderd voor een lezing over Bewustzijn in het licht van de Bijbel. Als bestuur hebben wij hem toen tevens gevraagd lid te worden van comité van aanbeveling voor onze op te richten stichting. Hij heeft ons toen nog op het idee bracht van het acroniem SENSE: Stichting Evangelie, Nieuwe Spiritualiteit en Esoterie.
De lezing die hij op 6 februari 2010 voor onze werkgroep in kantoorgebouw van de Rank in Utrecht heeft gehouden, vind ik tot op vandaag een van de beste over dit onderwerp. Zie Lezing door Otto de Bruijne op 6-2-2010 of Bewustzijn in Bijbels Perspectief, inclusief mijn eigen opening en inleiding vooraf.

In april 2009 was zijn boek Ooit evangelisch nog verschenen, waarin hij en zijn medeauteurs de Amsterdamse theoloog Karin Timmerman en de protestantse voorganger Peter Pit[14] lieten zien dat ook onder evangelischen (forse) kerkverlating plaatsvindt (via de achterdeur) en wat de beweegredenen daarvoor zijn.[15] Het vervolg daarop is De Kerk is dood, leve de Koning, over de toekomst van de kerk waarvan Otto de proloog schreef en het inleidende essay “De trend en de tegentrends’. Opvallend voor mij is dat in deze bundel ook een column is opgenomen van Boele Ytsma, van wie ik wist dat hij wel voor Findhorn ‘gevallen’ was en van wie nog steeds videoclips op YouTube te zien zijn. Niettemin heet hij hier pastor in de PKN, auteur van een boek over existentiële twijfel en een boek over zoekend geloven en is hij bekend geworden als een actief twitterende webdominee[16] en oprichter van de website Zoekend geloven.
Door zijn Ottobiografie begrijp ik dat hij de nodige evangelische gemeenten versleten heeft en er zelfs ook een verlaten, doch niet dat hij zelf ook zo vertwijfeld en zoekend is geweest.[17] Zelf heeft hij het over kortademigheid en on-Bijbelse verwachtingen en de lat van conferenties die op de gemeente wordt gelegd en dus spreekt hij over ‘post-opwekking’ en het leren hebben van een lange adem en wil hij de twijfelende Tomas een hand rijken om te eindigen met dat hij zichzelf niet kan scheiden van de Liefde van God. Daar gaat hij namelijk niet over!
In datzelfde jaar 2010 heb ik Otto tijdens de Reveilweek in Ambt Delden opnieuw als vanouds meegemaakt, tijdens zijn toespraak over Elia en de epifanie van de Eeuwige bij de berg Horeb. Otto vertelde daarin veel van zichzelf te herkennen: dat de tijd van opwekking voorbij is en God gaat handelen langs wegen die wij niet kunnen bedenken, door een ander, in een ander tijd… “Niet door Achab maar via het huis van Jehu, niet via Israël maar via Syrië, niet door jou maar door jouw opvolger; niet nu maar later; “dat we met al ons gelijk, voorbij kunnen gaan, [aan het punt] dat het God ten diepste niet gaat over onze gevoelens en gedachten t.a.v. van de ons omringende cultuur, maar om de relatie met onszelf. Zoals Jezus opmerkte dat we vooral blij moeten zijn dat onze namen zijn opgetekend in het Boek des Levens. Laat iedereen vooral gelukkig zijn met zijn eigen gelijk, daar gaat het uiteindelijk niet om, belangrijker is dat wij ons door Hem gekend weten en Zijn stem blijvend kunnen verstaan. Maar dan moeten we wel eerst heel erg stil worden.” Amen! Ik heb hem n.a.v. een van de workshops zelfs nog een aanvullende beschouwing van wel acht kantjes gestuurd, dat als ik het na tien jaar teruglees, zich haast laat lezen als een Manifest en waar ik toen zelf vol van was: om naar Amerikaans voorbeeld[18] en tevens geïnspireerd door Vishal Mangelwadi Revelation Movement “Biblical worldview conferenties te organiseren om de jeugd op scholen en hbo’s d.m.v. quizzen, surveys en essays hun kennis te beproeven en te stimuleren.”[19] Een visie hebben alleen is niet genoeg evenmin dat van een strategie, zoals ook Otto zelf moest ondervinden met zijn visie om een soort rusthuis voor dominees en werkers in kerk en zending in de vorm van stichting Horeb op te zetten.
In zijn Ottobiografie lees ik dan (op blz. 140-141) dat het mislukken daarvan (zijn eigen Horeb) gepaard ging met zijn burn-out na zijn Afrika-tijd, en wel anderhalf jaar duurde, toen zijn Open Cheque Visioen crashte met de werkelijkheid. Dat hij moest leren dat zijn visioen wel echt was, maar dat anderen die visie hebben uitgevoerd en dat “God can do it without me!’ Dat het niet gaat om wat wij met al onze ijver voor Hem kunnen doen, maar om wat Hij door ons kan en wil doen! “Dat je Hem mag volgen zoals je bent, met jouw talenten.” (Blz. 155). In zijn geval leidde dat tot de herontdekking van zijn teken- en schildertalent. In drie maanden tijd heeft hij in de zomer van 1989 veertien grote indrukwekkende symboolschilderijen gemaakt, die stichting Opwekking toen samen met gedichten heeft uitgebracht met de titel Paradox, dat vervolgens de interesse wekte van de EO en leidde tot zijn eerste televisieserie.

Mijn kennismaking met zijn Horeb-ervaring tijdens die Reveilweek in 2010 was allemaal een jaar voordat ik tijdens de Reveilweek van een jaar later in 2011 en daarna, zelf tot een theologische en geestelijke doorbraak kwam. Het thema van die volgende Reveilweek was “Ont-moeting” met o.a. Carla en Michael Wittock als gastsprekers, die vertelde hoe zij sabbat vierden als wel degelijk van den beginne nog steeds een mo’ed (appointed time), waarin we enerzijds speciaal door de Heer van de sabbat – net als destijds Abraham bij Melchizedek – op vrijdagavond na zonsondergang bij Hem aan de tafel van Wijn en Brood worden uitgenodigd en anderzijds niets hoeven of moeten en zo een ruimte in de tijd hebben om te doen waar we anders niet of nauwelijks aan toe komen, door ons vooral te verlustigen in een goed gedekte tafel voorzien van speciaal servies en elkaar en de wekelijkse Parasja.[20]
(Hierover moet ik toch ook eens een aanvullende blog schrijven).

Heel verrassend was het hoe hij zichzelf hervonden of opnieuw had uitgevonden met zijn teken- en schildertalent, toen bij het begin van het Loofhuttenfeest op het terrein van de NEM in zijn woonplaats Voorthuizen zijn Canvas Kapel werd geopend, een belevenis zoals hij zegt waar bezoekers doorheen konden wandelen en iets konden beleven. Een samenvatting van zijn geloof, waarbij hij zich al schilderend gesteund voelt door de Joodse manier van Lernen en de Geest met zijn geest samenspant en via de weg van creativiteit zijn begrip bij de hand neemt. Een wonder dat zich niet laat uitleggen, maar moet zingen dan wel schilderen. Zie http://www.ottodebruijne.nl/expositie-canvas-kapel/.

Inmiddels is hij nog weer nieuwe uitdagingen aangegaan, met zijn Panorama over Openbaring en Licht In De Nachten Van Israel, beelden over de nachten van Jacob en Zacharia, zoals ik die heb mogen bewonderen in het Israël Centrum in Nijkerk en zijn tentoonstelling “Er is hoop voor Israël, de volken en de hele schepping” [21]
Ik herinner Otto ook nog van zijn lezing in Houten, tijdens Minisymposium 30 jaar Lichtboog. De kerk in 2030 op 28 september 2018 met inspirerende TED talks over De kerk in 2030 met wijlen Martine Vonk, Philip Powell. Opnieuw had hij het over zijn herinnering aan zijn Billy Graham’s toespraak in 1970, die via een groot tv-scherm in de Expohal in Hilversum vanuit Dortmund in Duitsland te volgen was.[22] Ondanks de typisch fatalistische houding t.a.v. de wereld (dominee van Nixon tijdens de Vietnamoorlog en de apartheid in Zuid-Afrika en de Bom) dat net als de Titanic een zinkend schip is, werd hij toch uitgedaagd van dit zinkend schip te springen in de reddingsboot, want ‘you need peace with God.’ (Blz. 30). In het interview met Jan den Bosch vertelt hij dat hij er zelfs tegen gedemonstreerd heeft en folders uitgedeeld tegen Billy Graham, omdat hij de boel belazert. Dat botste toen en nog steeds tegen zijn gevoel van gerechtigheid en de opdracht van zijn leven.

Daarmee verwoord hij voor mij precies wat ik zo sterk vond aan bovengenoemde Gary North met zijn uitspraak “why polish brass on a sinking ship”, m.a.w. waarom zou je bijvoorbeeld druk maken over het milieu, laten we zoveel mogelijk zielen redden. Dit plaatje op de cover van North’s boek Millenialisme and Social Theory moet hem wel sterk aanspreken. [23]
Daarnaast herinner ik mij dat hij vertelde wat hij ook in zijn Ottobiografie schrijft in hoofdstuk 30 Zie mijn mensen nadat hij diezelfde wereld voor het Tv-programma Otto zoekt in allerlei werelddelen was geweest en Christus heeft leren kennen als de Kosmische Heer in Japan; de overwinnaar over de machten in Afrika; als de Vreugde, met muziek, dans en extase in Latijns-Amerika: Jezus de Bruidegom; Jezus als de Klusser in Amerika (does He work?); als Wijze Sadhu in India, de wandelende leraar van De Weg t.m.v. de vele wegen; de Opgestane, Alregeerder in de Oosterse Kerk en de Leraar en Rechter in de Westerse Kerk; de volhardende Christus in het Midden-Oosten, die draagt in verdrukking. En zo zou ik willen aanvullen als de Lijdende Knecht in het joodse volk.
Een maand later was hij opnieuw in de Lichtboog, maar toen voor een kunstlezing n.a.v. Panorama met zijn 12 schilderijen over Openbaringen. Ik kon daar vreemd genoeg niet bij zijn, maar ontdekte tijdens schrijven van deze blog tot mijn verrassing, dat die lezing nog steeds via deze Youtube-link nog steeds te zien is, maar een andere insteek kiest dan ik zelf in onlangs in mijn 7-delige cursus over dit boek, waarin ik met PowerPoints toch ook in ga op de hoe, wat en wanneer vragen. Ik ben in diezelfde tijd schat ik zelf aan een essay begonnen met de titel Voetangels, klemmen, hints en sleutels bij het lezen van het boek Openbaring – A.A. Leenhouts eindelijk begrepen, dankzij Gods Heilsymfonie van de organist Arie J.Keijzer. Moesten we het nog maar eens over hebben, als ik daarin de recente publicatie van Peter Scheele – De Beelden van Openbaring verwerkt heb.
Niet geheel verrassend, maar toch bemoedigend voor mezelf is te lezen over wat hij zijn vijfde bekering noemt. Hoe hij als elfjarige al door zijn vader werd meegenomen naar een dienst in de Portugese synagoge in Amsterdam en dat met één woord omschrijft als Fascinerend! Doch ook hoe hij vertelt waar zijn begin ligt met de NEM en de Reveilweken.[24] Die teruggaan op zomer 1967, toen hij op zijn 18e met Renée op conferentieoord Woudschoten in Zeist was voor de Reveilweek en waar o.a. Corrie ten Boom, Dick van Keulen en Jan Willem van der Hoeven spraken, die profeteerde dat als ‘Nederland opgewekt zou worden, zij een zegen voor Israël zou zijn.’ Ik was verbaasd dat hij tijdens zijn post-hbo studie theologie apart een tentamen moest doen over de geschiedenis van het jodendom in Europa. Werd dat maar van iedere student theologie gevraagd! Opmerkelijk en herkenbaar in zijn boek Geloof helpt, bouwstenen voor een evangelisch perspectief op ontwikkeling is hoe zijn werk in Afrika hem bij de wereld en de wetten van de Thora bracht: over eigendom, straf, landbouw en familie. Bijzonder vond ik ook te lezen dat hij voor de EO programma’s maakte over Yad Vasem en ook Auschwitz, waarvan ik me afvraag of die nog steeds beschikbaar zijn.
En hoe hij aanliep tegen de theologische denkfout van onuitgesproken vervangingstheologie, ook in Evangelische kringen, waar het lezen van de wet en het inzicht van de Thora worden overgeslagen en waar nauwelijks over recht en gerechtigheid wordt gesproken. Om dan in hoofdstuk 38 te eindigen met de missie van de Near East Ministry van de Heerbaan uit Jesaja 19, waarin Israël het midden houdt tussen Egypte en Syrië en dat het wakkere christenen zijn die Israël een warm hart toedragen en steunen.
Zijn liefde en bewondering voor Israël kwam vorig jaar op zaterdag 12 oktober 2019 opnieuw wonderlijk tot uiting tijdens een Thema Talk in Nijkerk van Christenen voor Israël[25], toen hij een PowerPoint presentatie hield over Israël: écht kunst, met prachtige en indrukwekkende voorbeelden, niet in het minst ook die van Marc Chagall, over wie Jeroen Krabbé prachtige documentaire serie heeft gemaakt.
Op de website van Betteld Brandpunt Doorn kwam ik een aankondiging tegen van een Israël-weekend op 23 – 25 oktober 2020 deo volente: “Over Joodse wijsheid gesproken” |
Leren van Joodse denkers met hoofd en hart – met Otto de Bruijne e.a. In dit unieke verdiepingsweekend leren wij van Joodse denkers als Martin Buber, Emmanuel Levinas en Joshua Heschel. Rabbijn Shmuel Katz, Prof. Dr. Renée van Riessen, Drs. Boudewijn Ridder en Otto de Bruijne zullen, samen met u, een prachtig leerweekend beleven.
Veel christenen ontdekken steeds meer de rijkdom van de Joodse manier van omgang met de Bijbel, van geloven en denken. Onze westerse cultuur is diepgaand beïnvloed door het joods-christelijk denken, maar staat daarmee ook op gespannen voet. Wij ervaren spanning tussen geloof en wetenschap, hoofd en hart, enkeling en samenleving.
Voor mij opnieuw bewijs van een Reveil, dat geen Opwekking is maar een tesjoeva en verlangen deel te hebben aan de sappige wortels van de Edele Olijfboom.
Is dat niet ook het antwoord voor iedereen die ‘ooit evangelisch’ was: krijg diepgang, get rooted, sta op en zeg met de notzrim op de bergen van Efraïm: laten we opgaan naar Zion, naar JeHoVaH, onze God!
Wat ik achteraf jammer vind is, dat ik de Inkeer en Omkeer diensten in de Geertekerk gemist heb in november 1982. “Christenen uit alle kerken verootmoedigden zich voor de historische collectieve schuld van onder meer de Jodenvervolging, slavenhandel en slavernij, milieuverwoesting, economisch onrecht en erosie van de huwelijks- en gezinsmoraal.”

Wat ik wel heb meegemaakt was het Millenniumgebed op 26 november 1999 in de Domkerk, maar zo ontdekte ik in mijn archief: in de Opstandingskerk in Houten, met een eigen liturgie, om zoals Otto het zelf zegt: “het hoofd te buigen over collectieve schuld, christenen die voor God aantreden namens ons volk en medeverantwoordelijk waren voor bijvoorbeeld de Holocaust of de slavernij, kolonialisme en de grote oorlogen van de afgelopen eeuw. Vervolgens beleden wij schuld voor discriminatie tegen zwakken, zwarten, vrouwen, homoseksuelen en kindermisbruik. Het consumentisme, de kreunende natuur, het mishandelen van dieren in de bio-industrie en de overbevissing. Wij beleden onze verheerlijking van wetenschap en technologie en kerkelijke verdeeldheid.” [Blz. 229] Eind september 1999 kwamen ook al ruim duizend christenen in de Domkerk bijeen om ten opzichte van het joodse volk schoon schip te maken. Ook toen erkenden zij schuld aan Jodenvervolging en anti-Joodse theologie. Die bijeenkomst was een initiatief van vooral evangelische kerken en organisaties, verenigd in de werkgroep Boete’99. Het millenniumgebed was een idee van EO-presentator Otto de Bruijne. Hij wilde zich niet beperken tot de kerkelijke schuld tegenover de joden. De christenen zullen ook erkennen dat ze hele volken het ‘juk van de slavernij’ hebben opgelegd en tienduizenden mannen, vrouwen en kinderen uit Afrika als vee hebben opgejaagd en geketend. Ook belijden ze schuld voor het onrecht dat vrouwen werd en wordt aangedaan door seksuele vernedering en terreur. Een en ander is terug te lezen in “Millenniumgebed: Dromen, wensen, gedachten, profetieën, waarschuwingen voor een nieuw begin (met anderen)” (red.: O. de Bruijne). [26]

In aanloop naar dat millenniumgebed moet hij ook zijn boek Doorbraak – beelden over God en Europa hebben geschreven. De Bruijne behandelt vragen die studenten aan hem stelden over de plaats van God en de kerk in de Europese samenleving: Moeten we ons als christenen schamen voor het verleden, waarvoor, en is een schuldbelijdenis gewenst? – Waarmee moeten we ons bezighouden met het oog op de toekomst? En wat mogen we van God verwachten? – Welke rol zal Hij spelen in de tijd die komt? Hij zet zijn gedachten uiteen over de crisissituatie waarin het christendom in Europa verkeert en betrekt hierbij de verschillen met christenen in Aziatische, Afrikaanse en Zuid-Afrikaanse culturen. Ten slotte geeft hij zijn visie op de toekomst van de kerk in het Westen.
In mijn genoemde brief aan hem in 2010 las ik verbaasd terug, dat ik zijn gebruik van Ezechiël 14 aan het slot, toen ook al sterk vond [blz. 53], een hoofdstuk dat hij graag vermijden wil:
Wanneer een land tegen Mij gezondigd heeft door ontrouw te worden, en Ik mijn hand daartegen uitstrek, het de staf des broods verbreek en er hongersnood zend en daar mens en dier uitroei, 1 4en er zouden daar deze drie mannen zijn: Noach, Daniël en Job, dan zouden dezen door hun gerechtigheid slechts zichzelf redden, luidt het woord van de JHVH Elohiem (vers 13-14). In zijn Ottobiografie las ik op blz. 100 hoe de Heer deze tekst over straf over de afgodendienaars tijdens zijn periode bij Tear bij hem bevestigde toen die tekst open lag op de werkkamer van Jan van Barneveld, die daar toen ook over sprak en daarmee zelf ook een profetische stem werd! Hij verbond daaraan de vraag of de pendule van genade was doorgeslagen naar het punt dat ons land de gevolgen van onze eigen keuzen tot in uiterste consequentie moeten meemaken?
Otto eindigt in aansluiting op de laatste verzen met: “Toch roept de hemel terug tot ons, tot ons volk:
- Durf stil te zijn – zo hoor je beter dan ooit de verre melodie van jouw verlangen
- Durf te knielen – zo sta je hoger dan ooit – en zie je het landschap waarin je deze klanken draagt
- Durf omhoog te zien – van binnen groeit een kathedraal waarin Gods lied ontvangen wordt:
- Ik ben Immanuël, – altijd wil ik bij je zijn. Ik dicht mijn eeuwig woord op de melodie van jouw verlangen.
Een profetische stem die Jan den Admirant in maart 2020 opnieuw laat horen in zijn brochure “Nederlands grootste ommekeer”, gebaseerd op de geschiedenis van de tempelreiniging en de Pesachviering tijdens koning Hizkia, die vanuit Zion zelfs boden naar de Efraïmieten stuurde om weer naar de Tempel in Jeruzalem te komen! De Efraïmieten, die eerstgeboorterecht hadden, doch tot Lo-Ammi, Lo Ruchama zou worden en zich onder de volkeren zouden verspreiden (Jizreël). Hetzelfde Lo Ammi waarvan Paulus in Romeinen 9 zegt dat ze weer Ammi (Mijn volk) zijn en daarmee een oproep aan geloven uit de volkeren is om zich te verzoenen met Juda en met hen de pijl op de boog te zijn (Zacharia 9:13).
Als je me zou vragen wat nu Otto’s geheim is evenals dat van mijzelf en vele anderen waardoor we leven in overvloed hebben en ons leven telkens weer vernieuwd wordt, dan is dat het beeld wat hij zelf schets van de Heilige Geest die als een waakvlam aanwezig is, [blz. 74] dankzij die wedergeboorte (van boven geboren) door water, bloed en vuur en van tijd tot tijd – net als bij een geiser – ontvlamt en zoveel energie geeft dat we met David kunnen zeggen: “Met U durf ik een heel leger aan. Met U spring ik over een muur.” (2 Samuel 22:30) en “Wat God doet is volmaakt. Wat Hij zegt is altijd te vertrouwen. Hij beschermt iedereen die naar Hem toe komt voor hulp. Er is geen andere God dan de Heer! Er is geen andere rots dan onze God!” (2 Samuel 22:31-32).
Wat ben ik blij en dankbaar dat Otto destijds zijn huis openzette en ook ik werd aangewakkerd door dezelfde Heilige Geest, die net als hij ook mij en-thou-siast maakte: ‘in God zelf’ brengt. Dat ik ook zelf nog telkens mag ondervinden, dat het Woord van Jesjoea ha Masjiach tijdens het slot van het Loofhuttenfeest waar en betrouwbaar is, nl. dat wie in Hem gelooft zoals de Schrift zegt: Stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien.
Wie weet schrijf ik over tien jaar, wanneer ikzelf 70 wordt wel mijn eigen Bob-biografie.

[1] https://scholtenuitgeverij.nl/boeken/ottobiografie/
[2] Zie ook: https://cip.nl/cip+/75975-otto-de-bruijne-maakte-een-opwekking-mee-in-barneveld-opeens-liepen-ze-op-school-met-bijbeltjes-in-hun-achterzak
[3] Dat met enige regelmaat nog steeds door Family7 wordt uitgezonden, doch dringend een update nodig heeft: https://www.family7.nl/howshouldwe, zoals Chuck Colson gedaan heeft met zijn boek How NOW shall we live? https://www.amazon.com/How-Now-Shall-We-Live/dp/084235588X. Zie ook: https://www.manhattandeclaration.org/, watch: https://www.youtube.com/watch?v=0j-MXm1DH2w
[4] Zie mijn samenvatting op http://christenreconstructie.nl/dominion/economie/
[5] Bij Gideon (!) uitgegeven als Rijke christenen in een tijd van honger.
[6] Zie in dat verband ook mijn blog: https://bvdijk.wordpress.com/2010/08/16/uw-koninkrijk-kome-van-michelle-goldberg/
[7] Rond 1920 werden een aantal preken van Kuyper over de gelijkenissen van Jezus gebundeld en uitgegeven onder de titel Pro Rege of Het Koningschap van Christus in 3 linnen banden.
[8][8] Over wie C. Breman voor het blad Soteria in 1997-3 een theologisch portret schreef. Hetzelfde blad, waarin Otto in 1985-4 een theologisch portret schreef over dr. Byang Kato. In het jaar daarvoor in 1996 was dr. Christina Maria Breman – een studiegenoot missiologie in Utrecht – bij haar ‘supervisor’ dr. Jan A.B. Jongeneel gepromoveerd op The Association of Evangelicals in Africa (voor 1993 AEAM). Een onderzoek waarvoor ook Otto nog heeft meegelezen. Hij was werkte immers tot 1988 voor deze organisatie, namens wie hij een instituut opzette over Ethiek, Politiek en Ontwikkeling en middels twee organisaties meewerkte aan de verschuiving van de White Man’s Burden naar de Black Man’s Burden: de omgekeerde zending van Afrika naar Europa. [Kriskras door Afrika, blz. 123]
[9] Ik heb voor Stichting Moria nog een speciale brochure voor geschreven en mijn getuigenis is opgenomen onder de titel Spierballen van God in het boek Twee heren, van Rianne van der Smitte en Jan van der Hoeven, Gideon 1992. https://www.bol.com/nl/f/twee-heren/36233664/
[10] Zie mijn eigen lezingen getuigenis daarover op 16 juni 1990 bijbelofnewage.info/het_verhaal_van_findhorn.htm
[11] https://cip.nl/40721-ik-was-opgebrand
[12] https://cip.nl/48644-otto-de-bruijne-lag-51-dagen-in-coma, inclusief een interview met Jan van den Bosch voor zijn programma geloofshelden.
[13] https://www.onderwegonline.nl/8716-otto-de-bruijne-kiest-voor-assertieve-dankbaarheid
[14] https://pittig.wordpress.com/2009/05/11/ooit-evangelisch/
[15] https://www.trouw.nl/nieuws/ooit-evangelisch-nu-afgeknapt-de-ervaringsverhalen-zijn-schokkend-pijnlijk-en-schrijnend~bdb60a45/
https://visie.eo.nl/artikel/2009/04/kerkverlating-in-evangelische-beweging
https://www.nieuwwij.nl/interview/hoe-gedraag-ik-mij-zo-dat-de-ander-daar-beter-van-wordt/
[16] http://wwqw.you2repeat.com/watch/?v=GdaORB_eN74
[17] https://cip.nl/77069-otto-de-bruijne-nam-afscheid-van-evangelisch-gedachtegoed-bij-god-op-schoot-sentimenteel-geneuzel
[18] https://americanvision.org/487/th-annual-worldview-super-conference-sovereignty-dominion-2
[20] Ik ben langzamerhand begonnen om dat systematisch te doen en vanaf 2017 in de vorm van een leerhuis eens in de maand bij ons thuis: http://leerhuishanetzer.nl/, maar dan volgens de Driejaarlijkse Thora Cyclus.
[21] https://cip.nl/71789-hoop-voor-israel-staat-centraal-bij-tentoonstelling-otto-de-bruijne
[22][22] https://ichthusculemborg.nl/blog/evangelist-billy-graham-overleden/ Met dat ik deze link vond, ontdekte ik tevens dat Maarten Pijnacker-Hordijk uit mijn eigen Evangeliegemeente in Houten, daar ook tot geloof kwam en eveneens een domineeszoon is: https://co-netwerk.nl/artikelen/een-treinengek-die-anderen-graag-op-het-spoor-van-god-brengt
[23] http://www.garynorth.com/freebooks/docs/pdf/millennialism_and_social_theory.pdf
[24] Zie ook NEM-Magazine uit november 2015: http://www.antonsinke.nl/wp-content/uploads/NEMagazine-2015-21-LR.pdf
[25] Voorafgegaan door dappere presentatie van Els van Diggele, n.a.v. haar boek: De misleidingsindustrie
[26] https://www.trouw.nl/nieuws/domkerk-opnieuw-toneel-van-collectieve-schuldbelijdenis~b2cd47ac/
https://www.digibron.nl/viewer/collectie/Digibron/offset/1/zoekwoord/Millenniumgebed/id/af9a8b95878230ba3b01d82064d8ff22
Perfect!
Perfect!